Door de energietransitie worden wet- en regelgevingen op het gebied van energiegebruik steeds strenger. Hiermee wordt er gewerkt aan een schonere en leefbare toekomst. Eén van de maatstaven waarmee duurzaamheid in woningen wordt getoetst, is het energielabel. Bij een goed energielabel heeft de woning een lage energievraag. Bij een slecht energielabel is de energievraag hoog. De aanname die vaak wordt gedaan, is dat de energielasten lager zijn bij een goed energielabel. Dat hoeft echter niet altijd zo te zijn. Peter Wagenmakers is werkzaam als adviseur bij het Kenniscentrum Energietransitie en licht dit toe.
Nationale prestatieafspraken volkshuisvesting
Op 30 juni 2022 zijn er nationale prestatieafspraken vastgelegd voor de volkshuisvesting. Dit is in samenspraak gebeurt met Aedes, Woonbond en VNG. “Eén van die afspraken is dat er vanaf 2028 geen sociale huurwoningen meer zijn met een energielabel van E, F of G. Met als doel om woningcorporaties te stimuleren om hun woningen met slechte energielabels te verbeteren. Dit zou moeten zorgen voor het verlagen van de energierekening van, soms kwetsbare, bewoners”, vertelt Peter.
Beter energielabel leidt niet altijd tot lagere lasten
“Bij het Kenniscentrum krijgen wij regelmatig de vraag wat de meest efficiënte manier is om de E, F en G labels te verbeteren. Daar zijn meerdere mogelijkheden voor die wij hebben doorgerekend. Wat ons hierbij opviel, is dat het verbeteren van het energielabel niet altijd leidt tot een verlaging van de energielasten. Met name bij systemen met een collectieve warmtapwateropwekking, zoals bij appartementencomplexen, en bij collectieve gasketels zien we dit terug. Hier levert de labelverbetering niet altijd een energiebesparing op.”
Rekenen met de NTA 8800
Dat een beter energielabel niet altijd leidt tot lagere energielasten voor de bewoner, heeft een logische verklaring. Peter: “Appartementencomplexen beschikken vaak over een collectief warmtapwatersysteem. Deze wordt beoordeeld door de NTA 8800. Dit is een methode voor de bepaling van de energieprestatie van gebouwen. Hiermee kan onder andere worden aangetoond of een gebouw voldoet aan de BENG-eisen.” Hij vervolgt: “In twee leidingen van het collectief warmtapwatersysteem, de hoofd- en recirculatieleiding, treedt er energieverlies op. De goedkoopste oplossing is het plaatsen van een elektrische boiler per appartement. Dit zorgt voor minder energetisch verlies in het leidingsysteem, oftewel een lagere EP2. Dat is een indicator van de eisen die worden gesteld aan bijna energieneutraal bouwen, oftewel BENG. Hiermee krijgen appartementen een beter energielabel. Echter gaan de energiekosten wel omhoog, omdat elektriciteit in verhouding duurder is dan aardgas.”
Vergelijking van de twee scenario’s
In de tabel hiernaast zijn de kosten voor warmtapwater in de twee scenario’s met elkaar vergeleken. “In het eerste scenario wordt gebruik gemaakt van een collectieve gasgestookte warmwateropwekking en in de tweede maken de woningen gebruik van individuele elektrische boilers. Hierbij is gerekend met de energieprijzen van het prijsplafond. Uit de tabel blijkt dat bij het tweede scenario de energierekening voor tapwater sterkt stijgt”, licht Peter toe. “Het is dus erg belangrijk om de effecten van een verbetering van het energielabel goed inzichtelijk te maken. Wat zijn de gevolgen voor de energierekening van de bewoner? Het is goed om dit helder te hebben voordat er aanpassingen worden doorgevoerd.”
Total Cost of Ownership
“Het is belangrijk om het effect van de aanpassingen aan de woning te kunnen beoordelen. Hierbij moeten de kosten voor de vastgoedeigenaar én de energielasten voor de bewoner worden meegenomen. Op basis hiervan kan de Total Cost of Ownership (TCO) worden berekend. Dit zijn de totale kosten voor zowel de aanschaf als het bezit van een product gedurende de hele levenscyclus. De berekening geeft een eerlijk beeld van de effecten van de maatregelen”, aldus Peter. “Het zou kunnen dat een andere maatregel wellicht een beter resultaat geeft. Deze punten komen naar voren in een TCO-berekening.”
Naar aanleiding van dit artikel vragen of geïnteresseerd in wat het Kenniscentrum voor jouw bedrijf kan betekenen? Neem dan contact op via kenniscentrum@breman.nl. We denken graag met je mee.