Kan er in bewoonde staat worden gerenoveerd? Dat is de vraag wanneer een appartementencomplex toe is aan vernieuwing. In opdracht van woningcorporatie Rochdale heeft Breman Kampen deze vraag zorgvuldig overwogen. De 124 woningen, die komen uit de tijd van na de oorlog, waren hoog toe aan vernieuwing. Zo was bijvoorbeeld de riolering nog van gietijzer gemaakt. In samenwerking met Coen Hagedoorn is Breman Kampen de uitdaging aangegaan.
Impact van de werkzaamheden beperken
Breman Kampen vervangt bij dit project de riolering, de waterleidingen, de keuken, de badkamer en het toilet. Daarnaast plaatsen zij mechanische ventilatie in de woningen. Een ingrijpende renovatie, waarbij de vraag was of er in bewoonde staat gerenoveerd kon worden. Jeroen Thalen is bedrijfsleider bij Breman Kampen. Hij vertelt: “We hebben onderzocht of renoveren in geheel bewoonde staat een optie was, maar kwamen er gauw achter dat dat onmogelijk was. Toen hebben we onderzocht hoe we de impact van de werkzaamheden zoveel mogelijk konden beperken om de snelheid van het project, en daarmee ook de bewoners, ten goede te komen.” In overleg met de woningcorporatie is ervoor gekozen om de woonkamer en slaapkamer onaangetast te laten. Bewoners konden op die manier hun spullen in de woningen laten en verbleven zelf in een tijdelijke woning. “Dit betekent wel dat we moeten werken met de bestaande installatie.”
Opgedane kennis gebruiken ter verbetering
Dennis Hogendoorn is directeur bij Breman Kampen. Dennis: “Wanneer er een vraagstuk binnenkomt van een opdrachtgever, zorgen we ervoor dat we het project onderverdelen in blokuren. Die blokuren kan een opdrachtgever dan weer verwerken in de KYP-planning. Hierdoor weten ze op ieder moment met welk onderdeel we bezig zijn.” Jeroen vult aan: “Daarnaast proberen we zoveel mogelijk met prefabricatie te werken. Wat dat betreft is dit project een soort pilot voor ons. De kennis die we hebben opgedaan met het project in Betondorp nemen we hierin mee. Zo gaan we steeds een stap verder. We streven ernaar zoveel mogelijk te standaardiseren en te prefabriceren.”
Gesprekken met bewoners
De woningcorporatie is met de bewoners in gesprek gegaan voor aanvang van de renovatie. In dit gesprek zijn alle voorkeuren van de bewoners genoteerd. “De ene bewoner wil bijvoorbeeld het toilet net 6 cm hoger hebben. De andere bewoner wil graag zijn vaatwasser behouden. Dat zijn allemaal voorkeuren waar we rekening mee houden”, vertelt Han Aalberts, uitvoerder bij Breman Kampen. Daarnaast worden de bewoners meegenomen in de werkzaamheden die plaatsvinden, zodat ze goed weten wat ze kunnen verwachten. “De verslagen van deze gesprekken hangen op een handige plek in de woning. Daar kunnen we altijd op terugvallen als er iets onduidelijk is”, aldus Jeroen.
Van werken in de keuken, tot een keuken installeren
Voormalig chef-kok Niels Bakker is 1,5 jaar geleden in dienst getreden bij Breman Kampen. Daar wordt hij opgeleid tot installatiemonteur. “Ik ben erachter gekomen dat loodgieterswerk erg uitgebreid is. Ik heb al veel geleerd, maar leer er elke dag meer bij”, vertelt Niels. “Dit is mijn tweede dag op deze bouw, dus ik ben nog een beetje aan het zoeken. Maar tot nu toe gaat het redelijk snel. Ik vind het fijn om gewoon lekker bezig te zijn. En het naar je zin hebben, is het belangrijkste wat er is.”
“Zet je schouders eronder. We gaan ervoor!”
Uitvoerder Han Aalberts werkt al een ruime tijd bij Breman. “Ik hoor bij de inventaris”, grapt hij. Als zestienjarige is hij begonnen als leerlingmonteur en heeft zich opgewerkt tot zijn huidige functie. Han: “Het werken bij Breman vind ik leuk vanwege de collegialiteit en de sfeer. Het is makkelijk om te denken dat het gras altijd groener is bij een ander bedrijf. Maar hier weet ik precies wat ik heb. Als er wat is, dan helpen we elkaar.” Ook over de samenwerking met Coen Hagedoorn is hij zeer te spreken. “We kennen elkaar al 3 jaar. Als de hoofd uitvoerder van Coen Hagendoorn in een lastige situatie zit, dan sla ik m’n arm om hem heen en zeg: ‘Kom op jongen, zet je schouders eronder. We gaan ervoor!’ En zo gaat het andersom ook. Daardoor voelt het echt alsof we een team zijn.”